De verschijnselen van de verschillende vormen van CMT/HMSN zijn hetzelfde. De mate waarin en de ernst van de aandoening kunnen variëren van persoon tot persoon. Bij de X-gebonden vorm zijn mannen binnen de familie meestal (niet altijd) ernstiger aangedaan dan vrouwen.
Ook de leeftijd waarop de ziekte zich voordoet, varieert. Meestal doen de eerste klachten van CMT1 zich al voor bij kinderen rond de tien jaar.
CMT2 openbaart zich vaak op latere leeftijd maar een debuut op jonge leeftijd komt ook voor. Vrouwen met de X-gebonden vorm hebben vaak pas later ziekteverschijnselen.
De verschijnselen verergeren langzaam en blijven beperkt tot de benen en armen. Doordat de spieren in de voeten en onderbenen, later ook in de onderarmen en handen niet goed worden aangestuurd, verzwakken ze.
De eerste verschijnselen treden altijd op aan ledematen die het verst van de ruggengraat afliggen: tenen, voeten en onderbenen. De spierkracht neemt hier als eerste af. Kinderen kunnen niet goed huppelen, springen en hardlopen. Het lopen kost meer moeite, struikelen treedt op en enkels verzwikken gemakkelijk. Kenmerkend is een hanentred met hoog opgetrokken knieën en wapperende voeten. Het is ook moeilijk om het evenwicht te bewaren als men stilstaat.
Doordat de voetspieren verslappen, kan de voet veranderen in een holvoet met een hoge wreef of soms ook een platvoet. De tenen kunnen samentrekken tot zogenaamde hamertenen of klauwtenen en de bal voor de grote teen kan dieper gaan liggen. Meestal gaat iemand met CMT op de buitenkant van zijn voeten lopen. De onderbenen worden zichtbaar dunner (ooievaarsbenen).
Later kan ook de spierkracht in handen en onderarmen afnemen. Een pen vasthouden of knopen vastmaken gaat moeilijker, of mensen laten snel dingen vallen. Vingers, handen, polsen en onderarmen worden dunner. De vingers staan gebogen, het is moeilijk ze te strekken. De verzwakte spieren vragen een extra inspanning waardoor mensen met HMSN snel moe worden.
Bij sommige mensen met CMT worden ook de spieren die dichter bij de romp liggen aangetast zoals de bovenbenen en -armen. Een deel van hen kan daardoor afhankelijk worden van een rolstoel. Het gaat om minder dan 10% van de mensen met HMSN.
Bij CMT treden altijd gevoelsstoornissen op in de tastzin maar deze worden minder snel of niet onderkend. Het gevaar van een verminderd pijngevoel is dat er wondjes kunnen ontstaan zonder dat iemand dit direct merkt. Daarnaast zorgt het verminderd gevoel dat het moeilijker wordt om balans te houden tijdens staan en lopen. Dit gaat vaak gepaard met een verhoogd valrisico. In ernstige gevallen zorgt het verminderd gevoel voor verminderde aansturing van de benen tijdens het lopen.